hooggeplaatst

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord hooggeplaatst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord hooggeplaatst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je hooggeplaatst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord hooggeplaatst is hier. De definitie van het woord hooggeplaatst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanhooggeplaatst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • hoog·ge·plaatst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hooggeplaatst (hooggeplaatster) * (hooggeplaatstst) *
verbogen hooggeplaatste (hooggeplaatstere) * (hooggeplaatstste) *
partitief (hooggeplaatsts) * (hooggeplaatsters) * -

hooggeplaatst [1]

  1. (sociologie) een hoge rang op de sociale ladder innemend
    • Omdat er hooggeplaatste mensen bij betrokken waren, is de zaak verzwegen. 
     Het vertrek van een reeks hooggeplaatste functionarissen werd op 5 juli ingeluid door minister van Financiën Rishi Sunak en gezondheidsminister Sajid Javid. Het tweetal uitte bij hun vertrek felle kritiek op Johnson. Ze schreven in een verklaring dat de overheid geen "goed, competent en serieus werk" verricht.[2]
  • De Woordenlijst Nederlandse Taal vermeldt voor de overtreffende trap vormen die eindigen met "-tstst(e)", die haast niet zijn uit te spreken of te verstaan, het is beter Nederlands om hoogstgeplaatst(e) te gebruiken. Voor de vergrotende trap verdient dan hogergeplaatst(e) de voorkeur [3]. Het is twijfelachtig of de partitieven echt gebruikt worden.
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2022 Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
  3. Trappen van vergelijking van samengestelde bijvoeglijke naamwoorden (algemeen) op website: taaladvies.net; geraadpleegd 2017-05-22
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be