Gebottsdaag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Gebottsdaag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Gebottsdaag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Gebottsdaag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Gebottsdaag is hier. De definitie van het woord Gebottsdaag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanGebottsdaag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Ge·botts·daag
  • Samenstelling van de Pennsylvania-Duitse zelfstandige naamwoorden Gebott en Daag met het invoegsel -s-
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Gebottsdaag der Gebottsdaag Gebottsdaage die Gebottsdaage
datief me Gebottsdaag em Gebottsdaag Gebottsdaage die Gebottsdaage
accusatief en Gebottsdaag der Gebottsdaag Gebottsdaage die Gebottsdaage

Gebottsdaag, m

  1. verjaardag
    «Am Dinschdaag hot mei Daadi Gebottsdaag
    Op dinsdag is de verjaardag van mijn vader.