Nutslezing

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Nutslezing. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Nutslezing, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Nutslezing in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Nutslezing is hier. De definitie van het woord Nutslezing zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanNutslezing, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Nuts·le·zing
enkelvoud meervoud
naamwoord Nutslezing Nutslezingen
verkleinwoord

de Nutslezingv

  1. (verouderd) een lezing gehouden voor de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
    • “Men verschaffe het Volk dikwijls, maar nimmer langdurig noch uitbundig vermaak”, zo luidde een aanbeveling uit een Nutslezing uit 1847. De spreker had de leden opgeroepen om zich in te spannen voor een 'veredeling van volksvermaken'. Deze vroege particuliere beschavingsarbeid heeft aan de basis gestaan van veel cultuur- en recreatiebeleid uit deze eeuw.[2] 
    • Leven op de scheidslijn van twee onverenigbare culturen - Van Slooten legt verder niet uit welke hij precies bedoelt - betekende voor de schrijver ongeveer hetzelfde als voor Frederik van Eeden: een dubbele persoonlijkheid, diepe angsten, creativiteit, afstandelijke objectiviteit en een sterk gevoel van geïsoleerdheid. Ter illustratie werd een Nutslezing uit 1861 opgenomen, een imaginair reisverhaal dat Van Slooten leest als "psychologisch zelfportret en blauwdruk voor Haverschmidts verdere leven'.[3]