aanfruit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanfruit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanfruit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanfruit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanfruit is hier. De definitie van het woord aanfruit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanfruit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·fruit
vervoeging van
aanfruiten

aanfruit

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfruiten
    • ... dat ik aanfruit. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfruiten
    • ... dat jij aanfruit. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanfruiten
    • ... dat hij aanfruit.