aanroeper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanroeper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanroeper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanroeper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanroeper is hier. De definitie van het woord aanroeper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanroeper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·roe·per
enkelvoud meervoud
naamwoord aanroeper aanroepers
verkleinwoord aanroepertje aanroepertjes

de aanroeperm

  1. iemand die met stemverheffing spreekt
  2. (figuurlijk) iemand die probeert contact te krijgen met het opperwezen
    • Telkens nu, als gij, aanroeper van het opperste en oneindige licht, bezinger van het heilige vuur, aanroeper van de Karshvares Arsahê, de zeven lichtblindende cirkelen waartusschen de aarde wentelt, telkens als gij mij in de uitoefening van mijn heilig ambt bedreigt, of uw slaven, uw lijfwachten, uw krijgers en uw leugen-leeraren bedreigen mij, dan bedreigen zij in wezen den Grootkoning zélf en de onschendbare wetten van Perzië en Medië. [2] 
78 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[3]