Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
aardde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
aardde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
aardde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
aardde is hier. De definitie van het woord
aardde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
aardde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
aardde
- enkelvoud verleden tijd van aarden
- Ik aardde.
- Jij aardde.
- Hij, zij, het aardde.
- ▸ Volgens haar dossier aardde Josta goed bij haar nieuwe ouders.[1]
- ▸ Het was een pienter kereltje, vriendelijk in zijn optreden; hij aardde beslist niet naar een van zijn ouders.[2]