adornar versieren, tooien, uitdossen sieren adornar a·dor·nar overgankelijk versieren, tooien, uitdossen sieren [1] ornamentar [2] embellecer adornar...
adornare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van adornar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro)...
adornaría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van adornar derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van adornar...
adornamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van adornar eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van adornar...
tegenwoordige tijd (presente) van adornar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van adornar gebiedende wijs (bevestigend en...
adornaba eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van adornar derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van adornar...
persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van adornar gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van adornar...