Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afhoorde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afhoorde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afhoorde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afhoorde is hier. De definitie van het woord
afhoorde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afhoorde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afhoorde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afhoren
- ... dat ik afhoorde.
- ... dat jij afhoorde.
- ... dat hij, zij, het afhoorde.