afrekende

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afrekende. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afrekende, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afrekende in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afrekende is hier. De definitie van het woord afrekende zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafrekende, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·re·ken·de
vervoeging van
afrekenen

afrekende

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afrekenen
    • ... dat ik afrekende. 
    • ... dat jij afrekende. 
    • ... dat hij, zij, het afrekende. 
     Zonder de pillen kon ze niet verder, terwijl die troep in haar lichaam ook geen uitkomst bood. Ze slikte ze, net zoals ze haar tanden poetste, dagelijks een douche nam en de boodschappen bij de deur afrekende.[1]