afromer
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afromer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afromer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afromer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afromer is hier. De definitie van het woord afromer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafromer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ro·mer
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afromen met het achtervoegsel -er
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | afromer | afromers |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de afromer m
- iets of iemand die de room van de melk afhaalt
- (figuurlijk) iets of iemand die het beste ergens vanaf haalt; iemand die de top ergens vanaf haalt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afromer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afromer" herkend door:
| 79 % | van de Nederlanders; |
| 72 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ J.J. Goossens Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 80 Taalgeografie en moderne naamgeving Een onderzoek naar de benamingen van enkele moderne landbouwbegrippen in het zuidoosten van het Nederlands taalgebied, voornamelijk Belgisch Limburg
- ↑ De Telegraaf 18 mrt. 2013 WUZmail: Diefstal toegenomen, ook op Cyprus
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
