afscheidde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afscheidde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afscheidde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afscheidde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afscheidde is hier. De definitie van het woord afscheidde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafscheidde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·scheid·de
vervoeging van
afscheiden

afscheidde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afscheiden
    • ... dat ik afscheidde. 
    • ... dat jij afscheidde. 
    • ... dat hij, zij, het afscheidde. 
  2. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zich afscheiden
    • ... dat ik me afscheidde. 
    • ... dat jij je afscheidde. 
    • ... dat hij, zij, het zich afscheidde.