afstammingsleer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afstammingsleer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afstammingsleer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afstammingsleer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afstammingsleer is hier. De definitie van het woord afstammingsleer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafstammingsleer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


afstammingsleer
  • af·stam·mings·leer
enkelvoud meervoud
naamwoord afstammingsleer
verkleinwoord

de afstammingsleerv / m [1]

  1. (biologie) de leer dat de soorten van planten en dieren zijn voortgekomen uit eerder bestaande soorten
     Anthropopithec-Anthropussen: Haddock bedoelt hier waarschijnlijk de wetenschappelijke aanduiding pithencanthropus (erectus). Het is de naam die wordt gegeven aan de aapmens of het aapachtig dier uit de prehistorie, waarvan op Java op overblijfselen zijn gevonden en waaraan in de afstammingsleer groot belang wordt gehecht.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2024 Weblink bron “Schelden voor beginners met kapitein Haddock” (Donderdag 27 oktober 2011 om 00:16), De Standaard