afwaai
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afwaai. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afwaai, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afwaai in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afwaai is hier. De definitie van het woord afwaai zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafwaai, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- af·waai
| vervoeging van |
|---|
| afwaaien |
afwaai
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwaaien
- ... dat ik afwaai.
- ▸ Geef mij maar een arm, want ik ben bang dat ik anders de dijk afwaai,' zegt ze en haakt in als hij direct zijn arm aanbiedt.[1]
- Het woord afwaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Het verdwenen kind” (2024), Davey Jones Publishing, ISBN 9789464934021
