albeldar/vervoeging

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord albeldar/vervoeging. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord albeldar/vervoeging, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je albeldar/vervoeging in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord albeldar/vervoeging is hier. De definitie van het woord albeldar/vervoeging zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanalbeldar/vervoeging, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Spaans

vervoeging van het Spaanse werkwoord albeldar
Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio)
albeldar albeldado albeldando
Aantonende wijs (modo indicativo)
presente pretérito imperfecto pretérito indefinido futuro condicional
yo albieldo yo albeldaba yo albeldé yo albeldaré yo albeldaría
tu albieldas tu albeldabas tu albeldaste tu albeldarás tu albeldarías
él, ella, usted albielda él, ella, usted albeldaba él, ella, usted albeldó él, ella, usted albeldará él, ella, usted albeldaría
nosotros, nosotras albeldamos nosotros, nosotras albeldábamos nosotros, nosotras albeldamos nosotros, nosotras albeldaremos nosotros, nosotras albeldaríamos
vosotros, vosotras albeldáis vosotros, vosotras albeldabais vosotros, vosotras albeldasteis vosotros, vosotras albeldaréis vosotros, vosotras albeldaríais
ellos, ellas, ustedes albieldan ellos, ellas, ustedes albeldaban ellos, ellas, ustedes albeldaron ellos, ellas, ustedes albeldarán ellos, ellas, ustedes albeldarían
Aanvoegende wijs (modo subjuntivo) Gebiedende wijs (modo imperativo)
presente pretérito imperfecto futuro bevestigend ontkennend
yo albielde yo albeldara albeldase yo albeldare — — —
tu albieldes tu albeldaras albeldases tu albeldares tu albielda no albieldes
él, ella, usted albielde él, ella, usted albeldara albeldase él, ella, usted albeldare él, ella, usted albielde no albielde
nosotros, nosotras albeldemos nosotros, nosotras albeldáramos albeldásemos nosotros, nosotras albeldáremos nosotros, nosotras albeldemos no albeldemos
vosotros, vosotras albeldéis vosotros, vosotras albeldarais albeldaseis vosotros, vosotras albeldareis vosotros, vosotras albeldad no albeldéis
ellos, ellas, ustedes albielden ellos, ellas, ustedes albeldaran albeldasen ellos, ellas, ustedes albeldaren ellos, ellas, ustedes albielden no albielden
Enciclo
Wikious
Sapientia
Scientia
Boobota
Anandapedia
Sagapedia
Wikithot