Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? a·pa·re·cer aparecer onovergankelijk verschijnen (te voorschijn komen) aparecerse, aparecido [1] mostrarse, asomar...
aparezcámonos gebiedende wijs (bevestigend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van aparecerse...
aparécete gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aparecerse...
aparézcase gebiedende wijs (bevestigend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van aparecerse...
apareceos gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van aparecerse...
aparézcanse gebiedende wijs (bevestigend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van aparecerse...
aparecería eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van aparecer derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van aparecer...