assignaat

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord assignaat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord assignaat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je assignaat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord assignaat is hier. De definitie van het woord assignaat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanassignaat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

assignaat
Uitspraak
Woordafbreking
  • as·sig·naat
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord assignaat assignaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het assignaato

  1. (numismatiek) papiergeld door de Franse overheid uitgegeven tussen 1792 en 1797 waarbij de onteigende kerkelijke bezittingen dienden als onderpand
     In België bijvoorbeeld, gaf de Banque d'Ostende et de Bruxelles op het einde van de Oostenrijkse periode biljetten uit die spoedig het vertrouwen verloren en kort daarna stortten de niet-gedekte assignaten van de Franse overheerser de bevolking in een rampzalig avontuur.

Gangbaarheid

38 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. assignaat op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Nico Tanghe
    “De geschiedenis van het geld: van de os tot de euro” (29/03/2006), De Standaard
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be