bakfietsouder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bakfietsouder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bakfietsouder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bakfietsouder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bakfietsouder is hier. De definitie van het woord bakfietsouder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbakfietsouder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bak·fiets·ou·der
enkelvoud meervoud
naamwoord bakfietsouder bakfietsouders
verkleinwoord

de bakfietsouderm

  1. vader of moeder die hun kinderen met een bakfiets vervoeren
     De Luizenmoeder. Heel knap om in dit genre, de comedy, nog zo onderscheidend en origineel te zijn. Zeldzaam knap gemaakte spiegel voor de zogenaamde yuppen, de bakfietsouders[1]
     Vanochtend werd ik voor de zoveelste keer bijna door een bakfietsouder omver gereden, terwijl ik met mijn zoontje het zebrapad trachtte over te steken. Toen ik er wat van zei, volgde educatief de middelvinger. Fietsen is goed voor het milieu, maar het asociale fietsgedrag van velen zorgt voor een steeds onvriendelijker leefklimaat in de stad.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron
    Gudo Tienhooven
    “De meedogenloze lachspiegel van Juf Ank” (21-06-2018), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Opinie: ‘Het asociale fietsgedrag van velen zorgt voor een steeds onvriendelijker leefklimaat in de stad’” (13 juni 2022), Het Parool