Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
belkoord. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
belkoord, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
belkoord in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
belkoord is hier. De definitie van het woord
belkoord zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
belkoord, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het belkoord o
- een koord waarmee je een bel kunt laten rinkelen als je eraan trekt
- Bekend is het verhaal van een wild vrouwtje dat door mensen geleerd werd om aan een belkoord te trekken, waarop ze haar eten kwamen geven. Ze leerde het kunstje aan haar kinderen, die het verscheidene generaties doorgaven. [2]
- De oude hospitaalsite, die ooit een ziekenhuis, rusthuis en museum herbergde maar al jaren leegstaat, gooit speciaal voor het Stadsfestival haar deuren open. Aan de deur van de voormalige kamer van de pastoor hangt nog de belkoord waarmee hij de nonnen een paar verdiepingen hoger wakker kon maken. Het bijzondere verleden van het gebouw voegt een extra laag toe aan de kunstwerken. [3]
84 % |
van de Nederlanders;
|
81 % |
van de Vlamingen.[4]
|