beroepspersoneel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beroepspersoneel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beroepspersoneel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beroepspersoneel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beroepspersoneel is hier. De definitie van het woord beroepspersoneel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanberoepspersoneel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·roeps·per·so·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepspersoneel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het beroepspersoneelo

  1. de personen die betaalt worden om een bepaalde functie te vervullen
     De Nederlandse brandweer is wel afhankelijk van de vrijwilligers. Het operationele deel van de brandweer bestaat uit 24.000 mensen. Slechts 5000 van hen doen het brandweerwerk beroepsmatig. Alleen in de veiligheidsregio's Haaglanden en Amsterdam-Amstelland is er meer beroepspersoneel dan er vrijwilligers zijn.
Antoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2023 Weblink bron “Aantal vrijwillige brandweervrouwen met een kwart gedaald” (Vrijdag 30 juni 2017, 10:00), NOS