besogne

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord besogne. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord besogne, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je besogne in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord besogne is hier. De definitie van het woord besogne zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbesogne, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·sog·ne
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zaak, beslommering’ voor het eerst aangetroffen in 1299 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord besogne besognes
verkleinwoord besognetje besognetjes

de besognev / m [3]

  1. beslommering, moeilijke aangelegenheid
    • De Herald Tribune meldt dat in New York de bezoeksters van het theater in opstand zijn gekomen omdat ze in de pauze in lange rijen moeten wachten en vaak niet bijtijds verlichting kunnen vinden, terwijl bij de mannen, die hun besogne blijkbaar sneller afhandelen, nog volop vrije plaatsen zijn. De vrouwen namen de mannenhokjes in gebruik en verwekten groot schandaal.[4] 
    • Zelden verscheen op de Nederlandse kapitaalmarkt namelijk een williger prooi voor financiële tovenaars dan de woningcorporaties. Gedurende decennia vertoefden de ooit idealistische organisaties - met namen als Ons Belang, Beter Wonen - onder de paraplu van de rijksoverheid. De zorg voor betaalbaar wonen was hun belangrijkste besogne. Ingewikkelde financieringsconstructies behoorden niet tot hun metier; de financiering van de sociale woningbouw kwam hoofdzakelijk voor rekening van het ministerie van volkshuisvesting.[5]  
     Andere besognes dan haar eigen kon ze er nu gewoon niet meer bij hebben.[6]
70 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[7]