beursheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beursheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beursheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beursheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beursheid is hier. De definitie van het woord beursheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeursheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- beurs·heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | beursheid | beursheden |
| verkleinwoord |
de beursheid v
- de gevolgen van een kneuzing; gevolgen van een ongeval waarbij geen wond of fractuur is ontstaan
- Tegen Duitsland kreeg ik een knietje, daar voel ik ook wat beursheid, maar qua vermoeidheid in de benen valt het bij mij erg mee.” [1]
- Jansen reed vanaf haar werk in Arnhem-Zuid nietsvermoedend naar huis door het park en kwam even na 19.00 uur plots ten val door de tape. Die was lastig te zien in de schemering. Haar snorscooter liep fikse schade op, Jansen bleef op wat beursheid na ongedeerd. [2]
- Het woord 'beursheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beursheid" herkend door:
| 84 % | van de Nederlanders; |
| 46 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia Lisette van der Geest 14-12-17 'Nu denk ik: kom maar op!'
- ↑ Tubantia Mitchel Suijkerbuijk 26-03-19 Kinderen spanden ducttape waardoor Marijn (20) op scooter onderuit ging
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
