Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
beval. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
beval, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
beval in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
beval is hier. De definitie van het woord
beval zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
beval, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
beval
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevallen
- gebiedende wijs van bevallen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevallen
beval
- enkelvoud verleden tijd van bevelen
- Ik beval.
- Jij beval.
- Hij, zij, het beval.
- ▸ Ze beval zichzelf naar rechts te kijken.[1]
96 % |
van de Nederlanders;
|
95 % |
van de Vlamingen.[2]
|