bevolkingsgrootte
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bevolkingsgrootte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bevolkingsgrootte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bevolkingsgrootte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bevolkingsgrootte is hier. De definitie van het woord bevolkingsgrootte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbevolkingsgrootte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- be·vol·kings·groot·te
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | bevolkingsgrootte | bevolkingsgroottes bevolkingsgrootten |
| verkleinwoord |
de bevolkingsgrootte v
- het aantal mensen dat ergens woont
- ▸ Waar de SGP juist wel op wil inzetten is regionale spreiding, vertelt Van Berkum, onder meer om stemmen te trekken. "Een Drent wil misschien liever op een Drent stemmen", is de overweging. Op dit moment zijn de provincies tamelijk eerlijk vertegenwoordigd in de Tweede Kamer als je het afzet tegen bevolkingsgrootte.[1]
- ▸ De Verenigde Staten zullen vandaag de grens van 200.000 coronadoden passeren. De Amerikaanse Johns Hopkins-universiteit, die sinds het begin van de pandemie de mondiale cijfers bijhoudt, heeft 199.881 doden genoteerd. Ook relatief, dus in verhouding tot de bevolkingsgrootte, is de VS daarmee een van de meest getroffen landen.[2]
- Het woord bevolkingsgrootte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron Guus Dietvorst“Man/vrouw, jong/oud, afkomst: waarop selecteren partijen hun kandidaten?” (Zaterdag 27 juni 2020, 09:50), NOS - ↑ Weblink bron “VS nadert 200.000 coronadoden” (Dinsdag 22 september 2020, 09:00), NOS
