bevreesdheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bevreesdheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bevreesdheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bevreesdheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bevreesdheid is hier. De definitie van het woord bevreesdheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbevreesdheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·vreesd·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord bevreesdheid
verkleinwoord

de bevreesdheidv

  1. het bang zijn; het vol vrees zijn
     Zijn bevreesdheid gold overigens niet de tegenstander, maar zijn eigen fitheid. Ronaldo stond de afgelopen drie weken aan de zijlijn vanwege een hamstringblessure en maakte woensdagavond zijn rentree.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Ronaldo was "beetje bang" voor pijn” (Donderdag 24 april 2014, 09:40), NOS