bewindsperiode

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bewindsperiode. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bewindsperiode, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bewindsperiode in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bewindsperiode is hier. De definitie van het woord bewindsperiode zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbewindsperiode, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·winds·pe·ri·o·de
enkelvoud meervoud
naamwoord bewindsperiode bewindsperioden
bewindsperiodes
verkleinwoord

de bewindsperiodev

  1. tijdperk dat iemand als minister actief is
     De oud-ministers van Binnenlandse Zaken Donner en Spies, beiden van het CDA, worden vandaag verhoord over hun ervaringen met woningcorporaties tijdens hun bewindsperiode. De parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties rondt daarmee de verhoren van oud-bewindspersonen af.[1]


  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron “Commissie verhoort Donner, Spies” (Maandag 7 juli 2014, 09:13), NOS