biggel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord biggel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord biggel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je biggel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord biggel is hier. De definitie van het woord biggel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbiggel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • big·gel
vervoeging van
biggelen

biggel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biggelen
    • Ik biggel. 
  2. gebiedende wijs van biggelen
    • Biggel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van biggelen
    • Biggel je? 
37 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[3]