Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
blankheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
blankheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
blankheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
blankheid is hier. De definitie van het woord
blankheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
blankheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de blankheid v
- het wit of bleek zijn
- Jazeker, een antilope, want de vrouw in kwestie is blank (‘als een gepolijste spiegel’) en blankheid werd hoog geprezen, want het was een teken van weelde: de vrouw hoefde niet te werken in de zon en kon de hele dag in haar tent blijven (‘slapend tijdens de dageraad.’ ) [2]
- Beiden zijn in het zwart gekleed en Oopjen draagt zelfs een zwarte sluier, maar dat zijn geen tekenen van rouw. Dergelijke kleding droeg de elite in deze periode op hoogtijdagen. Het zwart benadrukt de destijds gewenste blankheid van de huid. Dat geldt ook voor de tache de beauté op Oopjens linkerslaap. Voor de modepolitie van destijds moet het door kleine details direct zichtbaar zijn geweest dat ze uit Amsterdam kwam en dat ze iets achterliep op de allerlaatste Parijse mode. [3]
- het zonder zonden zijn
- In deze twee kleuren moeten wij ons Hoofd Jezus Christus gelijkvormig zijn. Eerst moeten wij het beeld van Christus gelijkvormig zijn in Zijn blankheid, om Zijn heilig leven na te volgen. [4]
- onschuld, reinheid
85 % |
van de Nederlanders;
|
84 % |
van de Vlamingen.[5]
|