boekjaar

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boekjaar. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boekjaar, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boekjaar in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boekjaar is hier. De definitie van het woord boekjaar zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboekjaar, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • boek·jaar
enkelvoud meervoud
naamwoord boekjaar boekjaren
verkleinwoord

het boekjaaro

  1. de periode van langer of korder dan 12 maanden (tot een maximum van 24 maanden min een dag) waarover een financieel verslag loopt en wat dus niet noodzakelijkerwijs op 1 januari hoeft te beginnen
    • Het jaarverslag en de jaarrekening wordt opgemaakt over het boekjaar. 
    • De warenhuizen van V&D waren al jaren verlieslijdend. In het laatste niet afgeronde boekjaar, van februari tot en met november vorig jaar, dook de keten bijna 49 miljoen euro in de rode cijfers. Restaurantketen La Place maakte wel winst, met een bedrijfsresultaat van dik 1 miljoen euro, blijkt uit het verslag. [1] 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]