boerenleven

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boerenleven. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boerenleven, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boerenleven in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boerenleven is hier. De definitie van het woord boerenleven zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboerenleven, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
boerenleven
  • boe·ren·le·ven
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenleven boerenlevens
verkleinwoord boerenleventje boerenleventjes

het boerenleveno

  1. (landbouw) het bestaan als landbouwer
     Hij sprak niet graag over zijn soldatentijd, hoewel hij niet klaagde en vaak zei dat hij tijdens zijn hele diensttijd geen enkele keer geslagen was. Als hij vertelde, waren dat voornamelijk de herinneringen die hem het meest dierbaar waren, aan zijn oude, zoals hij het noemde «christelijke» boerenleven.[2]
     Lang bestaat Farmers Defence Force (FDF) nog niet. De eerste kalfjes sinds de oprichting van de boerenactiegroep worden rond deze tijd geboren. Voor iedereen die het boerenleven niet kent: negen maanden dus. Toch lijkt de organisatie het stadium van net geboren kalf wel gepasseerd, en lijkt de groep soms eerder op een boze stier.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2022 Weblink bron “Farmers Defence Force: ‘We gaan er met gestrekt been in’” (06-02-2020), NOS