boskapel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord boskapel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord boskapel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je boskapel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord boskapel is hier. De definitie van het woord boskapel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanboskapel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
boskapel
  • bos·ka·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord boskapel boskapellen
verkleinwoord boskapelletje boskapelletjes

de boskapelv / m

  1. een klein gebedshuis in het bos
    • Bosbegankenis start op 25 april. Er zijn dagelijks missen en een beeweg in en om de Boskapel in de Kasteelstraat. Tijdens de openingsmis om 10.45 uur zijn het Okra-koor en fanfare De Eendracht van de partij, 'tMuziek en het Gregoriuskoor zingen op 2 mei. Op 3 mei om 10 uur is de slotmis. [2] 
    • Vandalen hebben woensdag heel wat schade aangericht aan de recent gerenoveerde boskapel in Hengelhoef. [3] 
    • ‘In het bosje van de Boskapel, dat we maar net in beheer namen, worden ongeveer honderd oude eiken bedreigd. [4] 
83 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 21 APRIL 2010 (PVR) Bosbegankenis
  3. De Standaard 01 JUNI 2013 vrs Vandalen vernielen boskapel in Hengelhoef
  4. De Standaard 04 DECEMBER 2014 jhp Natuurpunt ziet sneltram liever op dan naast A12
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be