bospeen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bospeen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bospeen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bospeen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bospeen is hier. De definitie van het woord bospeen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbospeen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bos·peen
enkelvoud meervoud
naamwoord bospeen bospenen
verkleinwoord bospeentje bospeentjes

de bospeenv / m

  1. kleine oranje wortels met het loof er nog aan vast
    • Tot slot: er zijn vruchten die zich wel thuis voelen in de koelkast, en juist die bewaren we daar vaak niet. Zoals appels? „Op de fruitschaal”, reageerden de collega’s unisono. Blozende appels op tafel (of de tafelsprei, zoals bij Toon Hermans), het zal wel traditie zijn. Maar appels blijven weken langer houdbaar in de groentela. Bij druiven, peren en - gek genoeg - rijpe avocado’s scheelt het ook dagen of weken. Bij bospeen ook, trouwens, vooral als je het loof eraf haalt. Dat stond niet zo duidelijk op die sticker van het Voedingscentrum. De wortel die níet in de koelkast moet, is de winterwortel. Had ik toch nog best goed voor mijn wapperpeentjes gezorgd.[1] 
95 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Hester van Santen 30 oktober 2016
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be