bouwkas

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwkas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwkas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwkas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwkas is hier. De definitie van het woord bouwkas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwkas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bouw·kas
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwkas bouwkassen
verkleinwoord

de bouwkasv / m

  1. bankrekening of post in een boekhouding die bestemd is voor de bouw of verbouw
     Oude Kerk in Borne houdt acties om bouwkas te spekken[1]
     De opbrengst is normaal bestemd voor de bouwkas van de kerk, maar is nu voor de evangelisatieactie.[2]
  2. woningbouwvereniging
82 % van de Nederlanders;
65 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink Weblink bron
    Alice Plekkenpol
    “Oude Kerk in Borne houdt acties om bouwkas te spekken” (14-05-2019), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “„Mijn vader heeft lekker gewonnen”” (15-03-2004), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be