Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bouwondernemer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bouwondernemer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bouwondernemer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bouwondernemer is hier. De definitie van het woord
bouwondernemer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bouwondernemer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de bouwondernemer m
- eigenaar van een bouwonderneming
- ▸ Die praktijken hebben bij elkaar zo'n 155.000 patiënten. De investeerders zijn bouwondernemer Wessels en de familie Fentener van Vlissingen.[2]
- ▸ Tot vorige maand werd nog nadrukkelijk met de Bredase bouwondernemer Karel Vrolijk gesproken over de verkoop van de club. Ook een Amerikaans consortium wilde ver gaan om NAC in te lijven. De aandeelhouders kwamen onder anderen met René Meulensteen (als adviseur), Graham Arnold (als beoogd coach) en Ton Lokhoff (als directeur) op de proppen in de strijd om de Parel van het Zuiden.[3]