bouwplek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwplek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwplek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwplek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwplek is hier. De definitie van het woord bouwplek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwplek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

bouwplek dubbellaags tunnel A2 Maastricht
Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·plek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwplek bouwplekken
verkleinwoord bouwplekje bouwplekjes

Zelfstandig naamwoord

de bouwplekv / m

  1. een plaats waar men bouwt
    • Het is eerder misgegaan op de Haagse bouwplek waar donderdag een dodelijk ongeluk plaatsvond. Vorig jaar is er al een klacht gekomen over een steigeronderdeel dat naast een voetganger belandde. 
    • Ook worden scholieren uitgenodigd op de bouwplek die deel uitmaakt van de verbreding van de verbinding van het snelwegennet Schiphol-Amsterdam-Almere. Postma: ,,Door een kijkje in de keuken te geven, hopen wij ze enthousiast te maken om te kiezen voor een technische opleiding en beroep.” 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf JORN JONKER 27 mei 2016 in BINNENLAND
  2. de Telegraaf GIJSBERT TERMAAT 05 mrt. 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be