brandweerpersoneel
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord brandweerpersoneel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord brandweerpersoneel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je brandweerpersoneel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord brandweerpersoneel is hier. De definitie van het woord brandweerpersoneel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbrandweerpersoneel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- brand·weer·per·so·neel
- samenstelling van brandweer zn en personeel zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | brandweerpersoneel | |
| verkleinwoord |
het brandweerpersoneel o
- de groep mensen die bij de brandweer werkt
- ▸ En dan verschijnt de indrukwekkende Chinook, de enorme helikopter met onderaan de waterzak. Hij landt even om het brandweerpersoneel de gelegenheid wil geven met de mobiel een foto's te maken. De aanwezigen drommen samen bij het afzetlint.[1]
- ▸ De brandweer heeft te maken gehad met een aantal gevallen van agressie, bedreiging en geweld, zoals het gooien van vuurwerk naar brandweerpersoneel. In sommige gevallen werd er echt fysiek geweld gebruikt tegen brandweerpersoneel. In Rotterdam-IJsselmonde moest de ME de brandweer assisteren om veilig te kunnen werken.[2]
- Het woord brandweerpersoneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron “Camping ontruimd wegens veenbrand” (Vrijdag 3 juni 2011, 13:26), NOS
- ↑ Weblink bron “Brandweer: druk, maar beheersbaar” (Dinsdag 1 januari 2013, 15:58), NOS
