Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
branleur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
branleur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
branleur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
branleur is hier. De definitie van het woord
branleur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
branleur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
branleur m
- (spreektaal) rukker
- «espèce de branleur!»
- stomme rukker! [1]
- (spreektaal) leegloper, jonge werkloze
- «J’suis sidéré par tous ces branleurs aux Halles.»
- Ik ben verbijsterd door al die niksnutten in de Hallen. [1]