brugpijler

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord brugpijler. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord brugpijler, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je brugpijler in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord brugpijler is hier. De definitie van het woord brugpijler zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbrugpijler, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
brugpijler
  • brug·pij·ler
enkelvoud meervoud
naamwoord brugpijler brugpijlers
verkleinwoord

de brugpijlerm

  1. pilaar die als steunpunt voor een grote brug is gebouwd
     Ook in Nijmegen: jongeren springen van een brugpijler in het water[2]
     De sociale Uitham werd naderhand geprezen, aangezien hij bij Oudkerk de tegen een brugpijler gebotste Jeen van den Berg van het ijs raapte en naar Leeuwarden loodste. Van den Berg werd daardoor derde.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Zonnen, zweten, zwemmen: de eerste lokale tropische dag van dit jaar in beeld” (Woensdag 16 juni 2021, 19:06), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Elfstedentochtlegende Jan Uitham (94), de nummer twee van '63, overleden” (Zondag 21 april 2019, 12:15), NOS