bruigom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bruigom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bruigom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bruigom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bruigom is hier. De definitie van het woord bruigom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbruigom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • brui·gom
enkelvoud meervoud
naamwoord bruigom bruigoms
verkleinwoord

de bruigomm

  1. (verouderd) de man die trouwt
    • De bruigom loopt om haar en streelt het haar, zijn spitse ving’ren door haar gouden haar:[1] 
    • Cornelis vlucht naar Gouda, maar drie jaar later is hij weer in Haarlem, waar hij zijn eerste voor geld vervaardigd huwelijksvers laat drukken. ‘Weest stouter in de echt, voldoet uw bruigoms lust.’ Dat werk.[2] 
24 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[3]
  1. Uit Herman Gorter Mei (1889)
  2. NRC Atte Jongstra 8 mei 2009
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be