brutomaandloon

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord brutomaandloon. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord brutomaandloon, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je brutomaandloon in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord brutomaandloon is hier. De definitie van het woord brutomaandloon zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbrutomaandloon, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bru·to·maand·loon
enkelvoud meervoud
naamwoord brutomaandloon brutomaandlonen
verkleinwoord

het brutomaandloono

  1. (financieel) de hoeveelheid geld die een werknemer per maand ontvangt voordat de loonbelasting en de premie voor de sociale volksverzekeringen zijn afgetrokken
     De bewindsman stelt dat een brutomaandloon voor Nederlandse internationale chauffeurs volgens de CAO voor het beroepsgoederenvervoer tussen de 1319 en 2725 euro bedraagt.[1]
     In 2008 bedroeg bijvoorbeeld de WW-premie 90 euro bruto per maand voor een werknemer met een brutomaandloon van 5000 euro.[2]
  1. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron “Internationaal transport heeft veel minder werk” (8 september 2005), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 november 2021 Weblink bron
    Chris Baggerman
    “WW-duur van twee jaar ligt op de loer” (29 april 2013), Reformatorisch Dagblad