buikvin

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buikvin. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buikvin, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buikvin in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buikvin is hier. De definitie van het woord buikvin zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuikvin, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. vissenkop, 2. baarddraad, 3. neus, 4. kieuwen met kieuwspleet, 5. borstvin, 6. rugvin/vetvin, 7. staartvin, 8. zijlijn, 9. anaalvin, 10. ?, 11. buikvin/zijvin, 12. staartwortel.
Bek: bovenstandig, eindstandig, onderstandig.
  • buik·vin
enkelvoud meervoud
naamwoord buikvin buikvinnen
verkleinwoord buikvinnetje buikvinnetjes

de buikvinv / m

  1. (zoötomie) een vin die verbonden is met spieren en de bekkengordel en daardoor minder bewegelijk dan de borstvinnen.
    • De meeste vissen hebben twee buikvinnen. 
91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be