buitenwerk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buitenwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buitenwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buitenwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buitenwerk is hier. De definitie van het woord buitenwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuitenwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
buitenwerk
  • bui·ten·werk
enkelvoud meervoud
naamwoord buitenwerk buitenwerken
verkleinwoord

het buitenwerko

  1. het arbeiden in de buitenlucht
     Zijn armen waren bruin van het buitenwerk en zijn biceps bolden.[2]
  2. werk dat aan de buitenkant van een gebouw gedaan moet worden
     Wil je je boerderij behouden, dan moet je het buitenwerk heel goed bijhouden, weten de bewoners van deze monumenten. Iedere lekkage, iedere gebroken pan, iedere kapotte afvoer meteen aanpakken.[3]
  3. delen van een vesting die buiten de vestingmuur liggen
     Buitenwerk: Algemene benaming voor delen van een vesting welke vóór de hoofdwal doch binnen de bedekte weg respectievelijk het glacis zijn gelegen; bij voorbeeld: contregarde, couvre-face, halve maan, hoornwerk, kroonwerk, ravelijn, tenaille, enz.; niet te verwarren met voorwerk.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron “Je moet tegen een beetje kou kunnen” (26-12-2011), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron “Buitenwerk”