deemoedigheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord deemoedigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord deemoedigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je deemoedigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord deemoedigheid is hier. De definitie van het woord deemoedigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandeemoedigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- dee·moe·dig·heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | deemoedigheid | deemoedigheden |
| verkleinwoord |
de deemoedigheid v
- het bescheiden, nederig de eigen beperkingen erken
- ▸ Al haar innerlijke, zichzelf altijd wegcijferende arbeid, haar lijden, haar streven naar het goede, haar deemoedigheid, haar liefde en zelfopoffering dat alles lichtte nu op in die stralende ogen, in de subtiele glimlach, in iedere trek van haar fijngevoelige gezicht.[2]
- ▸ Zoals bij Klaas Neutel, fractievoorzitter van het CDA in Meppel. "Mijn achterban vindt dat men in Den Haag stom bezig is. De vertegenwoordigers van mijn partij en nog veel meer de PvdA. Wouter Bos heeft bewezen een slecht staatsman te zijn. Maar Balkenende kan na een cursus deemoedigheid gewoon lijsttrekker worden."[3]
- teken dat men de eigen beperkingen erkent
- Het woord deemoedigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot
, ISBN 9789028251151
- ↑
Weblink bron “Lokale politici vrezen 'LPF-toestanden'” (22-02-2010), NOS
