achtervoegsel -eren) dementeren (medisch) ergatief psychisch aftakelen gepaard gaande met o.a. geheugenverlies of zwakzinnigheid "Ouderen zien dementeren als grootste...
Geluid: dementeer (hulp, bestand) de·men·teer dementeer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dementeren Ik dementeer. gebiedende wijs van...
Geluid: dementerend (hulp, bestand) de·men·te·rend dementerend onvoltooid deelwoord van dementeren...
Geluid: dementerende (hulp, bestand) de·men·te·ren·de dementerende verbogen vorm van dementerend, het onvoltooid deelwoord van dementeren Het woord...
gedementeerd (hulp, bestand) ge·de·men·teerd vervoeging van dementeren: de stam met omvoegsel ge- -d gedementeerd voltooid deelwoord van dementeren...
enkelvoud tegenwoordige tijd van dementeren Jij dementeert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dementeren Hij dementeert. (verouderd) gebiedende...
Geluid: dementere (hulp, bestand) de·men·te·re dementere verbogen vorm van de vergrotende trap van dement...
Geluid: dementers (hulp, bestand) de·men·ters dementers partitief van de vergrotende trap van dement...
Geluid: dementer (hulp, bestand) de·men·ter dementer onverbogen vorm van de vergrotende trap van dement...
dementeerde (hulp, bestand) de·men·teer·de dementeerde enkelvoud verleden tijd van dementeren Ik dementeerde. Jij dementeerde. Hij, zij, het dementeerde. ...