devolutie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord devolutie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord devolutie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je devolutie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord devolutie is hier. De definitie van het woord devolutie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandevolutie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • de·vo·lu·tie
  • uit het middeleeuws latijn devolutio [1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord devolutie devoluties
verkleinwoord

de devolutiev

  1. het overdragen van bevoegdheden van een hogere naar een latere overheid
    • De vragen – 24 stuks in 45 minuten te beantwoorden – gaan over geschiedenis, over de devolutie van macht aan Schotland en Wales, over nationale vrije dagen, en over cultuur (Eastenders en Shakespeare). Het lijkt wel een pubquiz. [3] 
  2. de overdracht van goed of recht van erflater naar erfgenaam bij het sterven van de erflater
  3. in het procesrecht: het in hoger beroep gaan
  4. achteruitgang, neergang
    • Het zachter worden van de klikgeluiden bij het typen op een ipad kon beter een devolutie dan een evolutie genoemd worden. 
    • De Nederlandse anatoom Bolk heeft al in de jaren twintig gewezen op het belang van het mechanisme van neotenie of retardatie, dat wil zeggen het vasthouden aan embryonale lichaamsverhoudingen, als verklaring voor de evolutie van de mens. Gould steunde Bolk hierin met de formulering van het begrip retardatie-matrix ('Ontogeny and Phylogenie', 1977). Als er dus al een trend in de evolutie zichtbaar is, dan is het er paradoxaal genoeg één van devolutie. De vraag is nu of retardatie ook bij andere organismen dan de mens een rol heeft gespeeld. [4] 
58 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[5]
  1. devolutie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. NRC Titia Ketelaar 29 augustus 2016
  4. NRC T. Majoor 30 november 1996
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be