doofden

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord doofden. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord doofden, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je doofden in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord doofden is hier. De definitie van het woord doofden zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandoofden, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • doof·den
vervoeging van
doven

doofden

  1. meervoud verleden tijd van doven
    • Wij doofden. 
    • Jullie doofden. 
    • Zij doofden. 
     Ze zeiden niets, schopten alleen hun schoenen uit, deden de bedlampjes aan en doofden de plafondverlichting.[1]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535