duivenhok

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord duivenhok. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord duivenhok, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je duivenhok in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord duivenhok is hier. De definitie van het woord duivenhok zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanduivenhok, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
duivenhok
  • dui·ven·hok
enkelvoud meervoud
naamwoord duivenhok duivenhokken
verkleinwoord duivenhokje duivenhokjes

het duivenhoko

  1. hok waar duiven in kunnen worden gehouden
    • In de achtertuin van een nieuwbouwwoning in Alphen aan den Rijn begint het. Zeven jaar is Bas Verkerk als hij met vader Gerard mee de ren in gaat, de duiven verzorgen, voeren, klaarmaken voor de race. Zijn eerste postduif krijgt hij op zijn achtste, genaamd ‘De Pikker’, bouwjaar 1984 – hij pikte in je hand als je bij zijn broedplaats durfde te komen. Op die leeftijd bouwt hij ook zijn eerste duivenhok, van hout, 1 meter 80 lang. [2] 
  2. (figuurlijk)
99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Steven Verseput 13 april 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be