eenhonderdenzevenentachtig

0	1	8	7

eenhonderdenzevenentachtig,
op een abacus

• Geluid:  eenhonderdenzevenentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌenhɔndərtɛnˈzevənənˌtɑxtəx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'eenhonderdennegenentachtig': /ˌenhɔndərtɛnˈzøvənənˌtɑxtəx/

• een·hon·derd·en·ze·ven·en·tach·tig

• samenstelling van  eenhonderd ht  en  zevenentachtig ht 

eenhonderdenzevenentachtig

1. "187", langere vorm van honderdzevenentachtig, honderd plus zevenentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft eenhonderdenzevenentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenzevenentachtig. 

• honderdzevenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, "eenhonderdenzevenentachtig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenzevenentachtig" ht als linkerdeel

• eenhonderdenzevenentachtigduizend

• Het woord 'eenhonderdenzevenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.