emplazasen aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van emplazar...
emplazase aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van emplazar aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden...
emplacéis ellos, ellas, ustedes emplacen ellos, ellas, ustedes emplazaran emplazasen ellos, ellas, ustedes emplazaren ellos, ellas, ustedes emplacen no emplacen...