ergerlijkheid
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ergerlijkheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ergerlijkheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ergerlijkheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ergerlijkheid is hier. De definitie van het woord ergerlijkheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanergerlijkheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- er·ger·lijk·heid
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | ergerlijkheid | ergerlijkheden |
| verkleinwoord |
de ergerlijkheid v
- de mate waarin iets of iemand irritant is
- ▸ Dat ze gemist hadden hoe hij op Mongolië was overgegaan, vergrootte de ergerlijkheid van dit vreemde, niet ter zake doende thema.[2]
- ▸ Maar wie gewend is aan Joep Schreuder en de lullige ergerlijkheid die om de man heen hangt als de geur van viooltjes rond een parfumfabriek als een onoverkomelijkheid heeft leren te accepteren, begint hem te gedogen. En voor wie maar lang genoeg ergens aan gewend is geweest, kan er op een gegeven moment niet meer zonder.[3]
- iets dat irritant is
- Het woord ergerlijkheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot
, ISBN 9789028261396
- ↑
Weblink bron “Joep Schreuder, de yoghurtschuur van Hilversum, werd de grote winnaar van PSV – Ajax” (15/04/2013), HP de Tijd
