heeft laten faceliften. overgankelijk (figuurlijk) van een vernieuwd uiterlijk voorzien ▸ Terwijl menigeen verwacht dat Alfa de 166 zal faceliften met wat...
Geluid: faceliftte (hulp, bestand) face·lift·te faceliftte enkelvoud verleden tijd van faceliften Ik faceliftte. Jij faceliftte. Hij, zij, het faceliftte...
faceliftten (hulp, bestand) face·lift·ten faceliftten meervoud verleden tijd van faceliften Wij faceliftten. Jullie faceliftten. Zij faceliftten...
Geluid: faceliftende (hulp, bestand) face·lif·ten·de faceliftende verbogen vorm van faceliftend, het onvoltooid deelwoord van faceliften...
Geluid: faceliftend (hulp, bestand) face·lif·tend faceliftend onvoltooid deelwoord van faceliften Het woord faceliftend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
een facelift.’ 1. cosmetische ingreep van de chirurgie ter verfraaiing van het gezicht facelift enkelvoud tegenwoordige tijd van faceliften gebiedende...
Geluid: facelifts (hulp, bestand) face·lifts de facelifts mv meervoud van het zelfstandig naamwoord facelift...
vervoeging van faceliften: de stam met omvoegsel ge- -t, zonder -t omdat de stam al op -t eindigt gefacelift voltooid deelwoord van faceliften Het woord gefacelift...
ge·face·lif·te gefacelifte verbogen vorm van gefacelift, voltooid deelwoord van faceliften Het woord 'gefacelifte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
Aanmaken? IPA: / ˈɑnsɪktslœftɪŋ / an·sikts·løf·ting Afkomstig van Engels: facelift zn in de betekenis van ‘het optrekken van gezichtshuid’ Samenstelling...